Op 20 en 26 januari 2021 modereerden Rinske Hordijk en ik namens de gemeente Utrecht een gesprek over de mogelijke vormen, functies en betekenissen van monumenten. Oude beelden worden van hun voetstuk getrokken en tegelijkertijd is er een toenemende vraag naar zichtbaarheid en her/denking van nieuwe of voorheen niet (genoeg) zichtbare groepen en verhalen. Dit vraagt om nieuwe benaderingen en betekenissen en om nieuwe vormen van opdrachtgeverschap. We spraken met Simon*e van Saarloos, Leroy Lucas en Domenique Himmelsbach de Vries, en met Joke de Wolf, Annet Zondervan en Vincent van Velsen.
De Gemeente Utrecht zet zich in de komende jaren in om drie monumenten in Utrecht te realiseren een eerbetoon voor de gastarbeider, een monument voor het slavernijverleden en een monument voor de jonge verzetsvrouw Truus van Lier. Drie monumenten voor hen die nu niet in de openbare ruimte aanwezig zijn. Monumenten – in de breedste zin van het woord – die reflecteren op de demografische diversiteit van de stad en onze (sociale) geschiedenis. Deze monumenten komen mede tot stand op verzoek van de samenleving zelf, als initiatief vanuit de stad. De gemeente vindt het belangrijk daar ruimte voor geven.
De toenemende vraag naar nieuwe monumenten én de kritische houding ten opzichte van bestaande standbeelden van historische, koloniale figuren, vraagt om nieuwe benaderingen. Wat kan de kracht zijn van nieuwe monumenten in onze samenleving? Hoe denken we over een hedendaags monument? Wat werkt? Daarnaast constateren we dat een jonge en diverse generatie inwoners zich niet goed herkent in de bestaande beelden in de openbare ruimte. Hoe kunnen we nieuwe monumenten een betere afspiegeling van de samenleving laten zijn? Zijn we vastgeroest in bepaalde gangbare kwaliteitsnormen en beeldtaal? Hoe kunnen we die loslaten of op zijn minst flink te bevragen?